Glasfusing is een techniek die in de glaskunst wordt gebruikt door stukken glas van dezelfde of verschillende kleuren samen te voegen en op hoge temperaturen met elkaar te laten vervloeien of versmelten. Het soort en de kleur van het glas, de temperatuur en de tijd zijn mede bepalend voor het uiteindelijke resultaat.

 

Techniek
De verhitting vindt gewoonlijk plaats in een speciale glasoven. Twee of meer stukken gekleurd glas worden op elkaar gelegd of overlappen elkaar en worden verhit tot temperaturen die afhankelijk van het gewenste resultaat kunnen oplopen tot ca. 810°C.

 

Vanaf ongeveer 650 graden wordt het glas buigzaam en zachter. Naarmate de temperatuur toeneemt wordt het glas steeds meer vloeibaar. Door een mal te makeyn waardoor het smeltende glas in een bepaalde vorm wordt gedwongen, kan het glas ook dikker worden dan de 6 mm waar het uit zichzelf naar toe wil.

 

De glasstukken kunnen op verschillende manieren met elkaar worden versmolten.

Bij temperaturen van 740-780 graden kleven de glasstukken wel aan elkaar, maar versmelten ze niet helemaal met elkaar. Dit is tack fusen,  het glas kleeft aan elkaar en de glasranden raken sterk afgerond.

Bij een contourfuse gaat de temperatuur verder omhoog,  het glas smelt verder samen maar de contouren van de afbeelding blijven behouden.

Nog een stap verder is een full fuse.  Bij 810 gr versmelten de glasstukken steeds meer met elkaar, tot het uiteindelijk één plaat is.

Aan deze plaat glas  kan in een volgende stook weer een andere vorm worden gegeven door het in een mal te laten inzakken.

 

In hoeverre  het glas samensmelt hangt niet alleen af van de temperatuur in de glasoven, maar ook de tijd dat het glas bij die temperatuur in de oven blijft.  Het afkoelen van het glas moet langzaam en gecontroleerd plaatsvinden om breuk in het glas te voorkomen.

Het is altijd weer een spannend en verrassend moment als de oven na 24 uur opengaat en het resultaat zichtbaar wordt.